Huur- en leaseverplichtingen

De jaarlijkse verplichtingen inzake huurovereenkomsten van gebouwen, terreinen, kaden en steigers hebben een maximale looptijd tot 2031. In onderstaand overzicht zijn de jaarlijkse verplichtingen weergegeven naar looptijd:

Huur- en leaseverplichtingen per 31-12-2022

     

(in duizenden EUR)

Looptijd korter

Looptijd tussen

Looptijd langer

Totaal

 

dan 1 jaar

1 en 5 jaar

dan 5 jaar

 
     

Heli

3.701

0

0

3.701

Datacenter/Outsourcing

1.458

365

0

1.823

Huurovereenkomsten

571

1.879

2.232

4.682

Nieuwbouw schepen

8.076

9.496

0

17.572

Overige overeenkomsten

480

164

0

644

     

Licentieovereenkomsten

251

2

0

253

Onderhoudscontracten

596

176

0

772

Totaal licentieovereenkomsten

847

178

0

1.025

     

Lease auto's

765

1.164

0

1.929

Kopieermachines Canon 2017 - 2022

24

20

0

44

Totaal leaseverplichtingen

789

1.184

0

1.973

     

Totaal

15.922

13.266

2.232

31.420

Nederlands Loodswezen heeft leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de resultatenrekening over de looptijd van het contract. De genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

Vergelijkende cijfers 2021:

Huur- en leaseverplichtingen per 31-12-2021

     

(in duizenden EUR)

Looptijd korter

Looptijd tussen

Looptijd langer

Totaal

 

dan 1 jaar

1 en 5 jaar

dan 5 jaar

 
     

Heli

3.440

3.440

0

6.880

Datacenter/Outsourcing

1.425

356

0

1.781

Huurovereenkomsten

595

1.930

2.654

5.179

Nieuwbouw schepen

0

0

0

0

Overige overeenkomsten

320

448

0

768

     

Licentieovereenkomsten

258

0

0

258

Onderhoudscontracten

469

6

0

475

Totaal licentieovereenkomsten

727

6

0

733

     

Lease auto's

700

1.276

0

1.976

Kopieermachines Canon 2017 - 2022

28

0

0

28

Totaal leaseverplichtingen

728

1.276

0

2.004

     

Totaal

7.235

7.456

2.654

17.345

Gedurende het verslagjaar zijn in de verlies en winstrekening verwerkt:

 

(in duizenden EUR)

2022

  

Heli

3.701

Datacenter/Outsourcing

1.383

Huurovereenkomsten

803

Licentieovereenkomsten

572

Onderhoudscontracten

630

Lease auto's

673

Kopieermachines Canon 2022 - 2024

26

  

Totaal

7.788

Bankgaranties

Er zijn bankgaranties afgegeven tot een bedrag van totaal € 214.090, die met name betrekking hebben op huurcontracten.

Kredietfaciliteiten

Met ABN-AMRO Bank is een rekening-courant kredietfaciliteit afgesloten van € 10 miljoen. Het doel van de faciliteit is financiering van werkkapitaal en de faciliteit kan gebruikt worden als rekening-courant of voor het stellen van garanties. De debetrente op jaarbasis is gebaseerd op een gemiddeld 1-maands Euribor tarief verhoogd met een kredietopslag van 0,65% en 0,35% liquiditeitspremie. Er is in 2021 geen gebruik gemaakt van deze faciliteit. De bereidstellingsprovisie voor de kredietfaciliteit bedraagt 0,10% per kwartaal.

Met Rabobank Rotterdam is een rekening-courant krediet afgesloten van € 0,5 miljoen. Het doel van de faciliteit is financiering van werkkapitaal of voor het stellen van garanties. De debetrente op jaarbasis is gebaseerd op een gemiddeld 1-maands Euribor tarief verhoogd met een opslag van 1,25%. Er is in 2022 geen gebruik gemaakt van deze faciliteit.

Pensioenen

Vanaf 2016 loopt de herverzekering met looptijd tot en met 2019 rechtstreeks tussen de pensioenverzekeraar en Nederlands Loodswezen en de drie andere organisatie behorende tot Nederlands Loodswezen die werknemers in dienst hebben die deelnemer aan de betreffende pensioenregeling zijn. In 2020 is er een nieuwe overeenkomst ingegaan met een looptijd van 2 jaar. In verband met de vertraging van de nieuwe wetgeving is het contract in 2022 voor nog eens 2 jaar verlengd. De jaarlijks verplichting die hiermee gemoeid is hangt af van de loonsom en pensioengrondslag en bedraagt op basis van het huidige personeelsbestand en de huidige loonsom circa € 7,2 miljoen per jaar.

Ontvangen aansprakelijkheidsstelling door een voormalige student aan de opleiding tot registerloods: Master in Maritime Piloting

In 2020 is een aansprakelijkheidsstelling ontvangen van een voormalig student aan de OTR:MMP, een HBO Master opleiding tot registerloods. Deze student heeft van 1 februari 2018 tot en met 30 juni 2019 als student de HBO Master opleiding tot registerloods (Master in Maritime Piloting) gevolgd. Tijdens het volgen van die opleiding heeft hij bij het aan boord gaan letsel aan één van zijn ledematen opgelopen. Vanwege het opgelopen letsel is een uitkering gedaan vanuit de hiervoor afgesloten ongevallen verzekering.

In 2020 is namens hem een aansprakelijkheidsstelling gedaan voor geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, met als voornaamste grond het schenden van de zorgplicht. De Nederlandse Loodsencorporatie is van mening dat er geen gronden bestaan voor deze aansprakelijkheidsstelling en dat er, naast de reeds gedane uitkering vanuit de ongevallen verzekering, geen grond voor aanvullende schadevergoeding aanwezig is.

In de aansprakelijkheidstelling wordt ook gesteld dat werknemers van Nederlands Loodswezen B.V. geen goede instructies hebben gegeven, waardoor dit ongeval heeft kunnen gebeuren. Nederlands Loodswezen BV is van mening dat er geen sprake is van onjuist handelen van haar medewerkers.

Vervolgens is er op 31 augustus 2021 een verzoekschrift voorlopig getuigenverhoor ontvangen. Deze verhoren hebben plaatsgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Nadien heeft de wederpartij wederom verzocht om een minnelijke regeling te verkennen. Dit verzoek is afgewezen.

Zowel de Nederlandse Loodsencorporatie als Nederlands Loodswezen B.V. zijn verzekerd voor aansprakelijkheid. Op grond van deze evaluatie is in de jaarrekening 2022 geen verplichting opgenomen voor bovenstaand geschil.

Geschil met de Stichting bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij

In 2021 is een geschil ontstaan tussen Nederlands Loodswezen B.V. (NLBV) en de Stichting bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij (BpfK). BpfK is van mening dat de pensioenen van varende werknemers van NLBV onder de verplichtstelling van het BpfK vallen.

NLBV kent voor al haar varende (en niet varende) werknemers een eigen pensioenvoorziening op grond van de CAO Loodswezen, die in eerste instantie was ondergebracht bij een eigen ondernemingspensioenfonds en thans is ondergebracht bij een pensioenverzekeraar.

NLBV betwist dat haar varende werknemers onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van BpfK vallen, omdat NLBV niet behoort tot de bedrijfstak koopvaardij en de bemanningen geen zeevarenden zijn zoals gedefinieerd in onderdeel A van het verplichtstellingsbesluit. NLBV is voorts van mening dat dat zij - voor zover vereist - in aanmerking komt voor een vrijstelling en is voornemens één of meerdere vrijstellingsverzoeken in te dienen. Op basis van het voorgaande acht NLBV het niet waarschijnlijk dat in een procedure zal worden vastgesteld dat haar varende werknemers onder de werkingssfeer van BbfK vallen.

Indien NLBV in dit geschil in het ongelijk zou worden gesteld en ook geen (afloop) vrijstelling wordt verleend zal aansluiting met terugwerkende kracht bij BpfK gepaard moeten gaan met een collectieve waardeoverdracht vanuit de pensioenverzekeraar van de bestaande pensioenvoorziening op grond van de CAO Loodswezen. NLBV verwacht dat ten minste een substantieel deel van de overdrachtssom kan worden voldaan uit deze collectieve waardeoverdracht, maar thans kan niet met voldoende betrouwbaarheid worden vastgesteld voor welk bedrag de verplichting in dat geval kan worden afgewikkeld.

NLBV heeft derhalve geen voorziening of te betalen post opgenomen in de jaarrekening 2022 ten aanzien van het geschil met BpfK.