In de onderstaande tabel is een vergelijking opgenomen tussen het werkelijke resultaat en het begrote resultaat over 2021.
Vergelijking werkelijke resultaat en begroot resultaat 2021 | |||
(in duizenden euro's) | |||
Werkelijk | Begroot | Verschil | |
2021 | 2021 | ||
Opbrengsten | |||
Loodsgelden | 209.628 | 212.631 | -3.003 |
Andere tarieven | 277 | 111 | 166 |
Overige inkomsten | 390 | 375 | 15 |
Opbrengsten exploitatierekening (10) | 210.295 | 213.117 | -2.822 |
Kosten | |||
Arbeidsvergoeding loodsen (11) | 99.962 | 102.866 | -2.904 |
Beloodsen en plannen (12) | 70.661 | 72.665 | -2.004 |
Overige regionale kosten (13) | 10.600 | 11.646 | -1.046 |
Overige landelijke kosten (14) | 14.125 | 14.563 | -438 |
Publiekrechtelijke beroepsorganisatie (15) | 5.565 | 5.964 | -399 |
Vermogensvergoeding (16) | 5.273 | 5.413 | -140 |
Totaal kosten | 206.186 | 213.117 | -6.931 |
Exploitatieresultaat | 4.109 | 0 | 4.109 |
De lagere omzet loodsgelden wordt veroorzaakt door een lagere gemiddelde omzet per loodsreis. Het aantal geloodste scheepsreizen reizen was hoger dan begroot (1,13%) maar doordat de gerealiseerde reizen een gemiddeld lagere diepgang hadden dan geraamd, was de gemiddelde opbrengst per reis lager. Daarnaast is de omzet loodsgelden lager doordat de frequentiekorting lager was begroot (5%). Door een lager aantal calls in verhouding met het aantal reizen dat gemaakt is door containerschepen, komen deze schepen in lagere treden van de kortingsmatrix en daalt de korting.
Bij de kosten zijn de kosten arbeidsvergoeding voor de inzet registerloodsen € 2.904.000 lager dan begroot. De vergoeding voor directe loodsuren is lager dan begroot, terwijl het aantal gerealiseerde reizen juist hoger ligt dan begroot. Dit sluit aan bij bovenstaande verklaring van de afwijking in de omzet. In verhouding zijn er meer bruguren gemaakt in de lagere scheepsklassen dan de hogere scheepsklassen ten opzichte van de begroting. Daarnaast is de vergoeding voor indirecte loodsuren lager ten opzichte van de begroting. De afname wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager aantal beschikbaarheidsuren.
De lagere kosten voor beloodsen en plannen worden grotendeels veroorzaakt door de lagere kosten bemanning vaartuigen (€ 2,2 miljoen). De vrijval in de voorziening NUR (Nieuwe Uittrede Regeling) bedraagt door de oplopende rente en een lagere deelnamekans € 1,4 miljoen. Daarnaast hebben door covidmaatregelen diverse pr-activiteiten en evenementen geen doorgang kunnen vinden, waardoor ook geen bemanning voor de activiteiten werd ingezet. Hierdoor zijn zowel het aantal ingehuurde personeelsleden als het aantal uren overwerk lager dan begroot.