Tarieven en toezicht

In de Loodsenwet is bepaald dat de ACM de loodsgeldtarieven vaststelt voor de schepen die de Nederlandse havens aandoen. Op basis van een voorstel van het Loodswezen stelt de ACM vóór 1 januari van ieder jaar deze tarieven vast. Na deze tariefvaststelling zijn de risico’s van onvoorziene kosten en/of een minder dan vooraf voor het jaar ingeschat aantal geloodste scheepsreizen geheel voor de registerloodsen.

De twee belangrijkste elementen van het tariefvoorstel zijn de begrote kosten en het aantal te verwachten te loodsen scheepsreizen, exclusief de dienstverlening aan de Vlaamse Scheldehavens. Voorafgaand aan het indienen van dit tariefvoorstel bij de ACM vindt er een consultatie plaats met vertegenwoordigers van bij ministeriële regeling aangewezen openbare lichamen betrokken bij het bestuur van een of meer zeehavens en representatieve organisaties van ondernemers in het scheepvaart- en havenbedrijf. Zij worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze op het voorstel kenbaar te maken.

In het Tariefvoorstel 2023 is uitgegaan van de reizenraming van Ecorys van september 2022. Bij de raming is verder rekening gehouden met een impact van de economische ontwikkelingen op basis van het basisscenario van het CPB van september 2022. Op basis van het tariefvoorstel heeft de ACM het loodsgeldtarief voor 2023 vastgesteld op plus 3,03%. De raming van 94.063 reizen is de meest waarschijnlijke uitkomst van het model als middenwaarde van een bandbreedte tussen minimaal 91.204 reizen en maximaal 96.605 reizen.